Donderdag 27 juni 2019 is het raadsvoorstel behandeld om de aanvraag van de Stichting Islamitisch Primair Onderwijs (SIPO) voor oprichting van een basisschool op islamitische grondslag in Vlissingen in het Plan van scholen 2020-2023 op te nemen, en verder het Plan van scholen vast te stellen.
Op 4 juli 2019 hebben we de tegenstem van de PvdA toegelicht, zie Fractienieuws 26: islamitische school. De wet en de daarin vastgelegde vrijheid van onderwijs is een hoog goed dat wij respecteren. Het standpunt van de PvdA blijft dat we in de eerste plaats staan voor openbaar onderwijs, toegankelijk voor alle gezindten. Echter een aanvraag (van welke onderwijsorganisatie dan ook) dient ook, volgens die zelfde wet, inzichtelijk onderbouwd te zijn. En dat was niet het geval. Omdat de onduidelijkheid hierover niet door het college kon worden weggenomen, restte ons niet anders dan de aanvraag afwijzen.
De SIPO is tijdig in beroep gegaan. Dat proces om tot een deugdelijk verweerschrift te komen is, op aandringen van de PvdA en een aantal andere partijen, uiteindelijk zorgvuldig opgepakt. Het bleek dat het college, naar aanleiding van het raadsbesluit om de islamitische school niet op te nemen in het Plan voor scholen, als motivering in de beschikking slechts verwees naar het debat in de raad. Er is verder geen duidelijke motivering geformuleerd in de beschikking. Toen het beroep werd ingediend, is uiteindelijk de raad de mogelijkheid geboden input te leveren en heeft een externe jurist een samenhangend verweer opgesteld.
Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft het beroep van SIPO afgewezen. Het besluit luidt:
– Het beroep gegrond te verklaren, voor zover dat gericht is tegen het niet gemotiveerd beslissen door de gemeenteraad.
– Het beroep ongegrond te verklaren, voor zover dat is gericht tegen het niet inwilligen van het verzoek om opneming van een islamitische school in het Plan van scholen.
In de overwegingen is uitgebreid ingegaan op de ingediende prognose. Omdat in Vlissingen geen islamitische school is dient er een prognose gemaakt te worden op basis van een vergelijkbare gemeente. Het belangstellingspercentage van die richting in een vergelijkbare gemeente wordt dan toegepast op Vlissingen. Hiervoor werd de gemeente Heerlen gehanteerd.
SIPO heeft het belangstellingspercentage van de vergelijkingsgemeente Heerlen toegepast op Vlissingen èn Middelburg (voedingsgebied). Nog los van het feit of Heerlen kan worden aangemerkt als vergelijkbare gemeente, gaf de aanpassing van de omvang Vlissingen èn Middelburg (voedingsgebied) naar Vlissingen (gemeente) een lagere uitkomst, ruim onder het aantal vereiste aantal leerlingen. Waarmee de te stichten school niet voldoet aan de voorwaarden om opgenomen te worden in het Plan voor scholen.
In grote lijnen is dit ook wat de raad had aangegeven als onderbouwing. DUO heeft haar beslissing zorgvuldig overwogen en is tot de conclusie gekomen dat de gemeenteraad van Vlissingen terecht de islamitische school niet heeft opgenomen in het Plan voor scholen. De uitspraak is echt interessant om te lezen. De uitspraak staat in de bijlage onderaan dit artikel.
Het ligt in de bedoeling om hierover uitleg te vragen aan het college. Het debat vorig jaar juni in de commissie en in de gemeenteraad is er behoorlijk heftig aan toegegaan. Wethouder Verhage (GroenLinks) kwam steeds niet verder dan te zeggen dat de aanvraag klopt en dat de raad niet anders kan dan de school op te nemen in het Plan voor scholen. Wat na de beslissing inzake het beroep van SIPO niet meer kan worden volgehouden. De raad heeft in het debat alles ingebracht wat er toe deed, wethouder Verhage had dit serieus moeten uitzoeken. Ook blijkt uit de beslissing van DUO dat er voldoende jurisprudentie beschikbaar is waarmee de aanvraag door de gemeente Vlissingen beter beoordeeld had dienen te worden.
Wettelijk is vastgesteld dat een aanvraag vergezeld gaat van een prognose met onder andere gegevens over het belangstellingspercentage. In ieder geval dient aannemelijk te worden gemaakt dat de school binnen 5 jaar, en daarna gedurende 15 jaar, zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de voor Vlissingen geldende stichtingsnorm van 242 leerlingen. Het blijkt dat de school hieraan niet kan voldoen, in ieder geval heeft SIPO dat niet met een prognose aangetoond. Het college heeft de aanvraag als zijnde voldoende, voorgelegd aan de raad.
In het debat werd door de wethouder aangegeven dat het ingediende model voor de prognose voldoet. Er is intern heel zorgvuldig onderzoek gedaan naar de juistheid van de prognose. De wethouder gaf steeds aan dat we eigenlijk niet zoveel kunnen, de aanvraag is juist en daarmee dient de school opgenomen te worden in het Plan voor scholen. Doet de raad dat niet dan zal waarschijnlijk de raad worden teruggefloten door de Minister. Waarmee de wethouder ook nog eens stevig ingezet heeft op de verantwoordelijkheid van de raad: de raad zou volgens wethouder Verhage niet anders kunnen dan voor stemmen. Het is gewoon een formele kwestie.
De Minister heeft dus niet de raad teruggefloten. Gezien het verloop kan gezegd worden dat het college is teruggefloten. Wat verder naar buiten toe niet erg opvalt, omdat de gemeenteraad het college niet heeft gevolgd. Gezien de coronamaatregelen, waardoor er voor gekozen is de commissies schriftelijk te houden, is een debat organiseren niet eenvoudig. We zullen eerst vragen stellen voor de eerstvolgende commissie Sociaal Algemeen op 21 mei aanstaande.
Met vriendelijke groet,
Frances Oreel, fractievoorzitter